|
|
|
|
|
Sinds het einde van de vorige eeuw is de temperatuur aan het aardoppervlak 0,3 tot 0,6ºC gestegen. Het is onwaarschijnlijk dat die temperatuurstijging geheel toegeschreven kan worden aan natuurlijke variaties. Recent onderzoek levert aanwijzingen dat het wereldklimaat nu al wordt beïnvloed door de mens die broeikasgassen, zoals kooldioxyde in de atmosfeer brengt. Onderzoekers uit de hele wereld, verenigd in een gezaghebbende organisatie van de Verenigde Naties, verwachten bovendien dat de opwarming van het klimaat in de komende eeuw versneld verder gaat. Tegen het einde van de volgende eeuw is het naar verwachting 1 tot 4ºC warmer en is de zeespiegel 15 tot 95 centimeter hoger ten opzichte van 1990. De opwarming is al eerder vastgesteld, maar tot voor kort leek het niet meer dan een natuurlijke variatie van het klimaat. Onderzoek toont nu aan dat de waargenomen opwarming zo groot is dat de natuur niet alleen de oorzaak kan zijn. Zo blijkt bijvoorbeeld uit klimaatonderzoek aan de hand van jaarringen van bomen dat de 20e eeuw de warmste is van zeker de afgelopen zeshonderd jaar. In de nieuwste berekeningen is ook rekening gehouden met kleine in de lucht zwevende stofdeeltjes en druppeltjes (aërosolen). Deze komen vooral voor in industriegebieden en zorgen voor een geringe afkoeling in de atmosfeer. Nu de invloed van deze deeltjes in de berekeningen is verwerkt, blijkt dat de voorspellingen van de opwarming, zoals jaren geleden al gedaan, vrijwel overeenkomen met de opwarming die we nu meemaken. Daarbij is gekeken naar de verdeling van de warmte over de aarde (sommige gebieden zijn veel warmer geworden, andere minder) en de temperatuur op verschillende hoogtes in de atmosfeer. Dat geeft meer vertrouwen aan de berekeningen van de toekomst van het klimaat, die unaniem een versnelde opwarming voorspellen. Toch is het nog niet helemaal zeker dat de opwarming in deze eeuw inderdaad een gevolg is van het versterkte broeikaseffect. Het kan nog altijd een natuurlijke schommeling zijn, al zijn er nu dus aanwijzingen in een andere richting. Door gebrek aan kennis zijn er nog grote onzekerheden. Zo is niet goed bekend wat wolken kunnen doen met het klimaat. Ook over extreem weer, zoals tropische cyclonen, zware stormen, hittegolven en uitzonderlijke wolkbreuken die aanleiding geven tot overstromingen, kunnen geen conclusies worden getrokken. De veranderingen die we daarin zien lijken niet anders dan de grilligheden van het klimaat die er altijd al zijn en zijn niet goed genoeg om daaruit conclusies over extreem weer in de toekomst te trekken. |